Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Hij heeft hen menigmaal [63]gered; maar zij verbitterden [Hem] [64]door hun raad, en werden uitgeteerd door hun ongerechtigheid. 63. Te weten, uit de hand hunner vijanden door Ehud, Barak, Gideon, Jetha, Simson, enz.; Richt.3: en Richt.4: Richt.7: Richt.11: Richt.15:; Neh.9:28,30. 64. De zin is, dat zij telkens weder aangingen met zondigen en met moedwilligheid tegen den Heere te bedrijven; Num.15:39.